Whale Poo Seamulation

Walvissen spelen een zeer belangrijke rol in het behoud van de biodiversiteit in de oceanen en ten aanzien van het klimaat.

Wat is de Whale Poo Seamulation?

Door de interactieve Seamulation te spelen ga je ervaren wat de functie van walvispoep is als meststof voor de groei van het fytoplankton in de oceanen. Het fytoplankton absorbeert namelijk 40% van de door mensen geproduceerde koolstofdioxide CO2 en produceert 50% van alle zuurstof O2 die wij gebruiken.

Ga achter de knoppen zitten en bepaal zelf hoe mooi de wereld er uit kan zien, met behoud van biodiversiteit en klimaat.

Met behulp van de vele pop-up teksten lees je nog meer over de werking van de oceanen.

Help ons mee door deze boodschap en de Seamulation te delen. 

Waarom de wereld niet zonder walvissen kan!

Walvissen bemesten het plantaardig plankton aan de oppervlakte van de oceanen, daar waar de zon schijnt. Daarnaast slaan ze zelf koolstof op in hun lichaam.
1
Deze plantjes produceren wel 50% van alle zuurstof, O2, die wij gebruiken én ze zorgen ervoor dat 40% van alle CO2 wordt geabsorbeerd.
2
Door de migratie van walvissen wordt hun mest verspreid over de oceanen.
3
Eén walvis staat gelijk aan 1500 bomen voor wat betreft vastlegging van CO2.
4
Diep duikende walvissen zorgen voor opstuwing van extra voedingstoffen naar de oppervlakte van de zee.
5
Bij sterfte slaan walvissen op de zeebodem voor duizenden jaren koolstof (C) op.
6
Walvissen hebben vanwege hun bijdrage aan de opslag van C/CO2, ecotoerisme en visserij elk een economische waarde van ca. € 2.000.000.
7

Even voorstellen

Maak kennis met de hoofdrolspelers. Druk op een knop voor meer informatie.

De Walvis als ecologisch ingenieur

Klaar om in de Whale Poo Seamulation te duiken?

Het doel van deze Seamulation is om je te laten ervaren wat de rol van walvissen is voor ons allemaal, maar ook wat hun bedreiging en bescherming doet.

Whale Poo Seamulation is mede mogelijk gemaakt door:

De zon

De zon schijnt elke dag. Hij geeft de aarde licht en warmte. Zonder zon kunnen we niet leven op aarde. Ook fytoplankton (plantaardig plankton) heeft zonlicht nodig om te kunnen groeien. Daardoor kan het CO2 opnemen en omzetten in suikers (bouwstoffen) en zuurstof. Dit proces heet fotosynthese. 

Het fytoplankton

Het fytoplankton (plantaardig plankton) bestaat uit hele kleine plantjes zoals algen en wieren, die leven in oceanen. Ze zijn heel belangrijk, want meer dan de helft van alle zuurstof op aarde wordt door middel van fotosynthese door dit fytoplankton geproduceerd! Ook staan ze aan het begin van alle voedselketens in de zee. Dat betekent dat ze worden gegeten door de kleinste diertjes, zoals garnalen, kreeftjes en slakken. Die worden dan weer gegeten door iets grotere dieren, en zo verder.

Krill

Krill bestaat uit hele kleine diertjes, zoals kreeftjes, garnalen en vislarven die in zee leven. Ze zijn meestal niet groter dan je wijsvinger. Toch zijn ze belangrijk voor het leven onder water. Krill wordt gegeten door vissen zoals makreel en zalm, maar ook door pinguïns, zeehonden en walvissen. Door klimaatverandering is er minder krill in de zee, dus ook minder eten voor deze dieren. Zij hebben het dus moeilijker om te overleven. 

De blauwe vinvis

De blauwe vinvis is het grootste dier op aarde. Ze kunnen wel 30 meter lang worden en zijn maximaal 200.000 kg zwaar! Toch eten ze bijna alleen maar krill. Het zijn belangrijke dieren voor de zee, want ze poepen zo’n 4.000 kg poep per dag. Dat is bijna 1,5 miljoen kilo per jaar! Daar zitten allerlei waardevolle voedingsstoffen zoals ijzer (Fe), stikstof (N) en fosfor (P) in. Vóór de eeuwenlange commerciële walvisjacht leefden er naar schatting zo’n 350.000 blauwe vinvissen, nu zijn het nog maar zo’n 5-6.000 dieren.

De bultrug

De bultrug is een grote walvissoort, die wel 18 meter lang kan worden. Ze eten krill en kleine visjes. De bultrug is de enige walvissoort die weer flink in aantal toeneemt. Helaas worden ook deze dieren nog bedreigd door verschillende zaken/oorzaken: jacht, aanvaringen met schepen, visnetten, plastics en klimaatverandering.

De potvis

Er zijn meerdere soorten walvissen: 15 soorten baleinwalvissen en 75 soorten tandwalvissen. Een baleinwalvis filtert met baleinen krill en kleine visjes uit het water om te eten. Tandwalvissen vangen hun prooi één voor één met hun tanden.

De potvis is de grootste tandwalvis en kan wel 18 m lang worden. De dieren vangen op grote diepte grote inktvissen en kunnen hiervoor heel lang onder water blijven.

De orka

De orka staat aan de top van de voedselketen. Ze worden 5 tot 10 meter lang en het zijn super sterke en snelle zeeroofdieren. Ze eten vissen en dolfijnen en zelfs ook witte haaien en walvissen. Helaas zijn vele orka populaties bedreigd.

De gewone bruinvis

De bruinvis is de meest voorkomende walvisachtige in de Noordzee. Er leven hier zo’n 400.000.

Ze wegen maar 50 kilo. Toch zijn ze belangrijk voor de oceaan, want ook zij produceren poep. Daarmee zorgen ze ook voor voedingsstoffen in de zee.

Vrachtschip

Een walvis en schip kunnen met elkaar botsen. Als dat gebeurt, raakt een walvis gewond. Meestal overlijdt het dier aan de verwondingen. Botsingen met een schip komen steeds vaker voor, want er zijn steeds meer schepen op zee. Langzamer varen in gebieden waar (veel) walvissen voorkomen zou kunnen helpen om botsingen te voorkomen.

Vissersboot

Overal ter wereld wordt op zee gevist. Veelal gebeurt dit met netten. Regelmatig blijven netten en vislijnen achter op zee waar vervolgens onder meer walvissen, dolfijnen en bruinvissen in verstrikt raken en sterven. Daarnaast raken ook veel dieren verstikt in netten die nog gebruikt worden, de zogenaamde ´bijvangst´. Bovendien kun je spreken van mondiale overbevissing van alle zeeën ter wereld wat zowel negatief uitpakt voor het leven in zee als wel de lokale vissers.   

Walvisjager

Al eeuwenlang jagen mensen op walvissen. Vele soorten zijn met uitsterven bedreigd. Gelukkig is nu in bijna alle landen walvisjacht verboden. Onderzoekers schatten dat er bijna 70% minder walvissen in de zee zijn door walvisjacht.

Bescherming van walvissen is nodig zodat populaties kunnen herstellen. Een gezonde zee met grote populaties walvissen betekent een gezondere atmosfeer met minder CO2 en meer zuurstof en meer biodiversiteit.

Netten

Ieder jaar raken honderdduizenden walvissen en dolfijnen verstrikt in visnetten. De dieren kunnen dan niet meer naar de oppervlakte komen om adem te halen, waardoor ze verdrinken. Ook kan het zijn dat ze overleven, maar nog wel verstrik zitten in het visnet. Ze kunnen dan later alsnog aan hun verwondingen dood gaan. 

Plastic

Mensen gebruiken veel plastic. Veel van dit plastic komt in zee terecht. Walvissen krijgen kleine en grotere stukjes plastic binnen tijdens het jagen op krill en vis. Het plastic kan giftige stoffen afgeven in het lichaam van de walvis. Als de walvis een groot stuk plastic eet, dan zorgt het voor een vol gevoel in de maag. De walvis eet dan minder en kan daardoor sterven. Ook kan ingeslikte plastic het lichaam van de walvis intern verwonden of verstoppingen veroorzaken. Jaarlijks sterven naar schatting duizenden walvissen als gevolg van de inname van plastic. 

Bossen

Bomen produceren zuurstof en slaan koolstof op in het hout. Als een boom verbrandt of verrot, dan komt er dus weer koolstof vrij. Dat geldt ook voor grote tropische regenwouden, bijvoorbeeld de Amazone. Als zulke bossen weggehaald worden gekapt of verbrand ontstaat er extra veel koolstof. Hierdoor gaat de klimaatverandering nog sneller.

Zuurstof

Zonder zuurstof kan er geen leven op aarde zijn. Alle dieren hebben zuurstof nodig om te kunnen bestaan. Planten maken zuurstof tijdens fotosynthese. Daar hebben ze water en CO2 voor nodig. Daarna kunnen mensen en dieren zuurstof inademen via de lucht. Iedere tweede ademhaling van jou komt van het fytoplankton!

Koolstofdioxide

Alle levende wezens zijn onder meer gemaakt van koolstof en dienen dus gedurende hun hele levensduur als koolstofreservoirs. Hoe groter het dier, hoe meer koolstof wordt opgeslagen. Bovendien, hoe langer de levensduur, hoe langer de koolstof wordt opgeslagen. Sommige walvissen, zoals Groenlandse walvissen, kunnen meer dan 200 jaar leven.

Walvis poep

Ook walvissen poepen. En die poep, of mest, is zelfs heel belangrijk voor de zee! Deze poep wordt veelal uitgescheiden aan het wateroppervlak, de plek waar het fytoplankton leeft en de zon schijnt. Door de voedingsstoffen in walvispoep gaat fytoplankton groeien en kan het meer CO2 opnemen uit de atmosfeer.

De walvispomp

Sommige walvissoorten zwemmen vanuit de diepzee naar het wateroppervlak. Hierdoor brengen zij een stroom van voedingsstoffen, zoals stikstof en ijzer, naar de oppervlakte van de zee. Dit proces noemen we de walvispomp, the whale pump. Door deze voedingsstoffen kan plantaardig plankton beter groeien.

De walvis mestverspreiding

Veel walvissen migreren van voedingsgebieden rond de polen, die rijk zijn aan voedingsstoffen, naar voortplantingsgebieden die arm zijn aan voedingsstoffen. Onderweg produceren ze mest en in de gebieden zelf laten walvissen ureum vrij dat rijk is aan stikstof. Dit transport van voedingsstoffen door de oceaanbekkens stimuleert de groei van fytoplankton.

Koolstof neerslag

Als een walvis doodgaat, zinkt zijn lichaam naar de bodem van de oceaan. Een karkas van een walvis kan wel duizenden jaren blijven liggen! Er zitten enorme hoeveelheden koolstof opgeslagen in deze karkassen. Een walvis neemt gedurende zijn leven zo´n 33 ton CO2 op, wat gelijk staat aan duizenden bomen!

Wave's weetje:

Krill zijn hele kleine diertjes die leven in de zee. Ze zijn meestal niet groter dan je wijsvinger. Toch zijn ze belangrijk voor het leven onder water.